Rumtopf

Rumtopf is een van oorsprong Duits/Deens dessert
Het werd rond Kerst gegeten
Traditioneel werd er in Mei al begonnen met het vullen van de rumpot.
Het eerste fruit wat de pot in ging was aardbeien
Gevolgd door het fruit wat daarna voorhanden was
Zoals bessen, kersen, abrikozen, pruimen, perziken
Iedere maand kwam er weer een nieuwe laag vers fruit in de pot
Wat weer onder de rum en suiker werd gestopt.
Rond Kerst was de rumtopf  rijp om gegeten te worden

Je hebt nodig voor de rumtopf:

Gebruik mooie gave vruchten.

Ingrediënten:

Je begint met 500 gram aardbeien en dan voeg je steeds meer fruit toe.
Gewoon de soorten die je zelf het lekkerste vindt,
250 gram witte basterdsuiker, vanillestokje, rum van 54%

Voorbereiding:

Maak de vruchten schoon en snij ze in vieren.
Meng de suiker erdoor.
Zorg dat de suiker goed geabsorbeerd word door het fruit voor het de pot in gaat

Bereidingswijze:

Doe dit in de rumpot of weckpot.
Schenk er zoveel rum bij dat de vruchten onderstaan.
Doe het opengesneden vanillestokje erbij.
Leg eventueel iets op de vruchten om te voorkomen dat de vruchten gaan drijven.
Voeg elke zomermaand een andere fruitsoort toe,
ook vermengd met suiker en voeg weer zoveel rum toe zodat alles onderstaat,
zo ga je door tot de pot vol is.
Zet de pot steeds na het bijvullen op een koele, donkere plaats.
Als de pot vol is moet ie nog 6 weken staan.

Serveertips:

Lekker met ijs, pannenkoeken,wafels of gewoon zo.
In plaats van gewone rum, is bruine rum ook erg lekker.